Signalering van te korte tongriempjes en lipbandjes kan beugels en zoenproblemen voorkomen
Tongriempjes en lipbandjes zijn woorden die niet tot het dagelijkse vocabulaire behoren van de meesten.
Voor wie het niet kent zou hierbij, na de tongpiercing en het loombandje, aan een nieuwe rage kunnen denken. Ware het niet dat we het hier hebben over mondproblemen die van nature ontstaan en, net als tongpiercings, schade kunnen veroorzaken aan het gebit.
Het lipbandje is een verbinding tussen tandvlees en lip boven je voorste boven- of onder de voorste ondertanden, die je kunt voelen als je met je tong over de voorkant hiervan glijdt. Wanneer deze bij kinderen te kort is kunnen de voortanden niet tegen elkaar aan groeien. Hierdoor kun je bijvoorbeeld gaan slissen door het aanzuigen van valse lucht. Of het uitblazen ervan zoals bij mijn broer. Die begint het uitspreken van mijn naam altijd met een onbedoeld fluitje.
Als mondhygiënist vind ik dat ik een signaleringsfunctie heb (omdat ik een compleet mondonderzoek doe) en advies moet geven hoe dit het beste te verhelpen is. In dit geval is bijvoorbeeld een knipje of laseren op jonge leeftijd door een parodontoloog, KNO-arts, of een daartoe bevoegde lactatie- of verloskundige voldoende. Hiermee kun je een beugel voorkomen of het terugtrekken van het tandvlees. In het laatste geval kan ik, samen met de desbetreffende patiënt, ervoor zorgen dat de ontstane situatie niet verergerd.
Diezelfde signaleringsfunctie geldt voor een te korte tongriem. Dit kan bij baby’s zorgen dat het moeilijker is om het vacuüm te behouden tijdens het drinken uit de fles of aan de borst en bij peuters kan dit leiden tot spraakproblemen.
Een ander nadeel van een ‘kleintje’ bij jongeren is de eerste tongzoen. Met een te kort tongriempje kan dit leiden tot zware tonggymnastiek. Knippen dus, want zonder dit probleem is die eerste keer al spannend genoeg.
Recente reacties